Westwaarts reden we deze ochtend; naar Mai Chau Valley, zo'n 140 km van Hanoi. Wij hebben er op ons gemak ongeveer 4 uur over gereden. Het duurde even voor we de hele agglomeratie Hanoi achter ons hadden gelaten, maar eenmaal buiten de stad kwamen we weer in landbouwgebieden. Op de hellingen van de heuvels waren in een bepaald gebied theeplantages en veel sinaasappelbomen. Dat laatste kon je wel zien aan de handel langs de weg; het wordt hier niet voor niets "Orange Country" genoemd! Suikerriet behoorde ook tot de vaste beplanting en bananenbomen tref je overal aan.
Behalve de rijstvelden kan ik me geen echt grootschalige monoculturen herinneren. Er zijn wel uitgestrekte suikerriet- en maispercelen maar deze worden altijd weer afgewisseld met andere gewassen.
Foto's onderweg door het autoraam genomen ter illustratie.
Langzaam maar zeker maakten de heuvels plaats voor bergen. Ergens langs de weg - het leek in the middle of nowhere - was een parkeerplaats en een aantal kramen, waar van alles te koop en te nuttigen was. Deze stop bood een prachtig uitzicht over de omgeving vanwaar we gekomen waren en het omringende land.
P. heeft ons verteld wat er in de bamboestokken zit, maar helaas ben ik dat vergeten. De verpakking van de eieren vond ik wel decoratief (wel per 50 stuks!) en in de flessen zat honingdrank, als ik het goed onthouden heb....
Verder ging het tot we bovenaan de pas konden stoppen, vanwaar we een fantastisch uitzicht hadden op de Mai Chau Vallei.
Mai Chau is de grootste stad - eigenlijk zelf niet meer dan een dorp - van de vallei. Wij reden door naar een kleiner aangrenzend dorp (Mai Hich?), waar we begonnen met een lunch in een homestay. In de Mai Chau vallei leven verschillende etnische minderheidsgroepen, maar de Witte Thai (verwant aan de inwoners van Laos en Thailand) zijn in de meerderheid. Traditioneel leven ze in rivierdalen en bouwen zij hun huizen op houten palen: ter bescherming tegen overstromingen, maar vroeger ook tegen wilde dieren als tijgers en als schuilplaats voor het vee. Tijgers en ander wild zijn er al lang niet meer en hier en daar hebben we nog wel een koe onder het huis gezien, maar meestal wordt de ruimte nu gebruikt als opslagplaats, om de was te drogen en wat dies meer zij.
In deze homestay was er een oude dame op het weefgetouw aan het werk. De Thai staan bekend om hun mooie weefwerk en ik heb de kans gegrepen om een sjaal bij haar te kopen.
Niet alle sjaals en kleding die er hingen waren eigen makelij, maar ik heb een mooi stukje handwerk in heldere blauwtinten uitgezocht. Overigens verbaas ik me altijd weer hoe Burberry zich tot in alle hoeken van de wereld populair heeft weten te maken.
Na de lunch liepen we door het dorpje en vervolgens de rijstvelden in.
De Mai Chau vallei is allang geen verborgen eldorado meer sinds ze door de toeristen is ontdekt en dat is nog niet eens zo lang geleden. Dit dorp is behoorlijk vercommercialiseerd. Het bestaat voornamelijk uit toeristenwinkels en horecagelegenheden. Omdat de vallei niet ver van Hanoi gelegen is, komen er in het weekend ook veel mensen uit de stad, las ik ergens.
Er is een groot parkeerterrein voor touringcars. Mensen die niet willen lopen, kunnen gebruik maken van electrocars. Logies is hier te vinden in de vorm van alle soorten en maten homestays.
In de vallei is veel bamboe en wordt veel bamboe verwerkt tot gebruiksartikelen. Vooral veel chopsticks! Ook koeienbellen worden uit bamboe gemaakt.
In tegenstelling de Hmong en Dao die we in het noorden hebben gezien, lopen de Thai gewoonlijk niet meer in de traditionele kleding, zoals op de twee foto's boven.
Ik verbaasde me over de grote hoeveelheden Hmong klederdracht in de winkels. P. vertelde dat deze vooral door (Aziatische - m.n. uit Zuid-Korea) toeristen worden gehuurd om verkleed voor een fotosessie de rijstvelden in te gaan. Prompt kwamen de levende voorbeelden voorbij rijden. Later zagen we hen inderdaad te midden van het frisse groen voor de camera poseren. Fun!
Het is geen wonder dat veel mensen van deze prachtige vallei willen genieten. Van de rust, de ruimte, de natuur, de schone lucht en de frisse kleuren. Waar vind je zulk intens groen?! (niet geïntensiveerd bij fotobewerking!)
De ruimte onder het traditionele huis boven is dichtgemaakt met bakstenen. Het huis onder laat een moderne manier van bouwen zien, mede door het gebruik van een betonnen fundering en betonnen in plaats van houten palen: duurzamer en goedkoper.
We konden dwars door deze weiden lopen tussen de koeien en buffels door.
De runderen werden vergezeld door talloze koereigers, maar deze waren aanzienlijk schuwer dan hun gastvrouwen.
Krom van het veldwerk
Boven: traditionele houtbouw. Onder: nieuwbouw met betonnen palen als onderstel en betonnen aanbouw. Interessante ontwikkelingen en mengvormen van oud en nieuw.
Chinese Ralreiger |
Met blote voeten op de spaden om een watergeul te graven. Altijd voorovergebogen in het veld.
In de rijstvelden werken is zwaar werk!
Ik heb respect voor alle vrouwen die hier tot op hoge leeftijd zwaar werk verrichten! En daar rijden de toeristen dan tussendoor met de electro mobiel! En wij nemen kiekjes....... Gelukkig draagt het toerisme flink bij aan de welvaart van het gebied.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten