zondag 16 juli 2017

Dag 15: Hué - de graftombe van Minh Mang

Hué was de hoofdstad van het oude keizerrijk. De keizers leefden in de Citadel (in het oosten waar de zon opkomt) en werden begraven in de bergen (het westen van de ondergaande zon). Er zijn 9 keizers geweest, er zijn 7 graftombes gebouwd voor leden van de Nguyen dynastie. Wij arriveerden rond half 9 bij de graftombe van Minh Mang, de 2e heerser van de Nguyen dynastie. Het is prachtig gelegen te midden van de bossen op de westelijke oever van de Perfume River, 12 km van Hué.
Helaas hadden we te maken met een druilerige regen waardoor de prachtige tuinen en kleurrijke paviljoens en terrassen in een grauw waas waren gehuld. Beetje jammer, met een beetje zon is het vast nog mooier, maar verder het heeft ons niet bijzonder gestoord.

Grote Rode Poort - Dai Hong Mon
Via een zij-ingang kwamen we op het eerste binnenplein, de Erehof. De hoofdpoort is alleen voor de keizer: de middelste poort voor de keizer zelf, de zijdeuren voor enerzijds de mandarijnen en naaste familieleden, anderzijds de belangrijkste officieren. Dat zou bij de andere poorten in dit complex en ook in de citadel niet anders zijn; dit architectuurelement hoorde bij het ceremonieel eerbetoon. De middelste poort is na de begrafenis nooit meer geopend.
Het hele complex is omgeven met hoge muren en omvatte oorspronkelijk 40 gebouwen, waaronder tempels, paviljoens en de graftombe zelf. Daarvan was na de revolutie en oorlogen nog maar de helft over. Verschillende paviljoens zijn grondig gerestaureerd.  
De hoofdgebouwen liggen in elkaars verlengde op een 700 m lange centrale as, die leidt van de Grote Rode Poort naar de graftombe. Keizer Minh Mang (1791-1841, regerend vorst vanaf 1820) is zelf bij het ontwerp en de bouw van zijn graftombe betrokken geweest, maar heeft de voltooiïng ervan niet meer meegemaakt. Zijn zoon en opvolger Thieu Tri heeft het werk in 1843 voltooid. Er hebben zo'n 10.000 bouwlieden en kunstenaars aan gewerkt.


Aan weerszijden van het Erehof staat een rij stenen beelden van olifanten en paarden in strijdtenue en mandarijnen in traditionele gewaden. Betrouwbaarheid en afschrikking zijn gecombineerd in een beeld van een hond met de kop van een leeuw.

We beklommen een trap met kunstige leuningen en fraai balustrades rond de terrassen naar het Stele Paviljoen. Het waren de kleuren van de keizer, geel en rood (en een beetje blauw) die alle gebouwen hun warme uiterlijk geven.


Op de stèle is een biografie ("de heilige deugden en verworvenheden") van Minh Mang gegraveerd, opgetekend door zijn zoon Thieu Tri als eerbetoon.


Via een serie trapsgewijs oplopende terrassen kwamen we bij de Poort van de Glorieuze Deugd (Hien Duc Mon). Ik heb ergens gelezen dat deze opnieuw gebouwd is; deze poort zag er dan ook prachtig uit.





De middelste deur blijft gesloten.


Door de rechter deur betraden we een volgende binnenhof, die we overstaken naar de Tempel van de Oneindige Schoonheid (Sung An Dien), gewijd aan Minh Mang en zijn echtgenote Ta Thien Nhan.


Aan weerskanten van het Sung An plein staan kleine tempels
Detail van het dak van de Sung An tempel


Warme kleuren en fraaie decoraties. Ik was onder de indruk van het plafond van de entree en mooi versierde wanden. Achterin de tempel staat het altaar met de begrafenistabletten van de keizer en keizerin.


Via een zijdeur kwamen we uit op een klein terras met een mooi vormgegeven poort die uitzicht bood op de volgende binnenhof: een symmetrisch, evenwichtig geheel van fraai aangelegde tuinen, terrassen, vijvers en bruggen. Alles ademde een serene rust - mede geholpen natuurlijk door het geringe aantal bezoekers, maar vooral omdat alles hier "klopt".


Drie stenen bruggen lopen over het Meer van de Onberispelijke Helderheid (Trung-Minhmeer), dat tegenwoordig niet zo helder meer is. Rondom het meer staan frangipanibomen. Nu waren deze bomen kaal, op een enkele bloem na, maar stel je het bloeiseizoen eens voor!


De wasachtige bloemen schijnen een heel zoete, doordringende geur te verspreiden.
In Laos is de frangipani de nationale boom. Daar wordt de frangipani als heilig beschouwd en is deze bij iedere boeddhistische tempel te vinden. In India staat de frangipani symbool voor onsterfelijkheid.
Volgens Vietnamese mythen, zo las ik ergens, schuilen er geesten in witbloeiende bomen. In Vietnam wordt de kleur wit geassocieerd met de dood en begrafenissen. Meer praktisch: in Vietnam worden verschillende onderdelen van de frangipani ook voor medicinale doeleinden gebruikt.
Nu zijn deze frangipanibloemen niet geheel wit, ze hebben een geel hart, maar hoe dan ook: frangipanibomen troffen we dikwijls aan bij pagodes, tempels en begraafplaatsen.


Drie terrassen (voor aarde, water en hemel), drie trappen en op het heuveltje het mooie Minh Lao paviljoen. Ook aan de achterzijde van het paviljoen liggen prachtige tuinen waardoor we afdaalden naar de brug over het Meer van de Nieuwe Maan (Tan Nguyet Tri). De obelisken ter weerszijden van het paviljoen vertegenwoordigen de macht van de keizer.



Op het platform voor de trap naar de tombe in de kunstmatig opgeworpen heuvel, hielden we halt. Verder mochten we niet gaan en na korte tijd keerden we op ons pad terug. Dat ging niet op voor de trouwe dienaren die de keizer tot hier en in zijn graf hebben begeleid. Zij vonden hier allen de dood, zo vertelde onze gids. Waarschijnlijk om hem ook in het hiernamaals te dienen.
Het werd hoog tijd voor iets vrolijkers, maar wij hebben bijzonder genoten van de schoonheid van het grafmonument van Minh Mang.




                                                                            Naar de Pagoda of the Celestial Lady - Thien Mu >

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Onze kennismaking met Vietnam